Deel column

Met haar neus tegen het raam, probeerde ze mijn silhouet te
koppelen aan een bekend persoon.

Schoorvoetend liep ze naar de voordeur, terwijl zij steun
zocht bij de muren in de gang. Zij opende de deur op een kleine kier. “Als ik
je niet ken dan laat ik je niet binnen.” Ik noemde mijn naam, hetgeen een
glimlach rond haar gerimpelde mond tevoorschijn toverde. Ze liet me binnen.

In de gang trok ze haar broek omhoog. “Het zit lekkerder zo
en niet zo strak. Maar nu moet het netjes.” Behoedzaam liep ze naar de tafel en
nam plaats op haar vaste stoel. Zij woonde al 93 jaar in hetzelfde huis. Zij
wilde er niet weg.

Ze vertelde doof te zijn en nauwelijks nog iets te kunnen
zien. Dat wist ik natuurlijk al. Uit een klein zwart doosje haalde ze haar
gehoorapparaat. Zij noemde het haar ‘oorbel’. Vervolgens opende ze een wit
kunststof bakje. De inhoud bestond uit een onder- en bovengebit. Ze probeerde
met het ondergebit aansluiting te maken met haar bovenkaak. Toen dat niet
lukte, probeerde ze het gebit met de tanden naar beneden op haar onderkaak te
plaatsen. Wellicht had ik haar behulpzaam moeten zijn. Er zijn echter grenzen.

Toen alles een juiste plek had gevonden, was zij klaar om
haar verhaal te doen.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen



Doorgaan met het plaatsen van columns op deze site?

Nooit eerder verschenen column

Geïnspireerd door een grijze dag

Column nav kappersbezoek

Nog steeds te bestellen!